Hoofddoel: - Woorden met 'au' en met 'ou' goed kunnen (over)schrijven.
Dit heb je nodig:
- je spellingboek p. 35 /( 36)
- Bingel: het au - lied -> zie 'taken'
- 2 kleurpotloden: 'rood' en 'blauw' om ou en au aan te duiden in de woorden.
- je 'goede schrijfpen' = stabilopen
Lesverloop:
Overtrek alle 'au' 's in de woorden uit het woordpakket met blauw en alle 'ou' 's in de woorden uit het woordpakket met rood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten